Coen Moulijn


Biografie

Coen Moulijn werd op 15 februari 1937 geboren aan de Bloklandstraat in de Oude Noorden. Hij leerde er voetballen in het doodlopende stuk van de straat. Als kleine jongen sloot hij zich aan bij Xerxes, waar hij op 28 februari 1954 debuteerde in het eerste elftal. In de zomer van 1955 maakte Moulijn de overstap naar stadgenoot Feyenoord, de club waarvoor hij uiteindelijk liefst zeventien seizoenen zou spelen.

In totaal speelde Moulijn 487 competitieduels voor Feyenoord, waarmee hij tussen 1955 en 1972 de Europa Cup I, de Wereldbeker, vijf landstitels en twee KNVB-bekers wist te winnen. De lichtvoetige linksbuiten was een artiest op de vleugel, die met zijn passeerbeweging en uitstekende voorzet ontelbaar veel Rotterdamse goals voorbereidde. Spitsen als Cor van der Gijp en Ove Kindvall dankten een groot deel van hun productie aan de precisie waarmee Moulijn zijn voorbereidende werk deed. Op zijn beurt kon Moulijn zich uitleven op de vleugel dankzij spelers als Cor Veldhoen die met liefde het vuile werk voor hem opknapte.

In de jaren vijftig en zestig was Coen Moulijn de grote publiekstrekker van Feyenoord. ‘Als Coentje en Kieboom op de middenstip gaan klaverjassen, zit De Kuip al halfvol’, was in die tijd een bekend Rotterdams gezegde. ‘Coentje’ was in heel Europa befaamd om de passeerbeweging waarmee hij vele tegenstanders op het verkeerde been zette. Ondanks aanbiedingen met blanco cheques van internationale topclubs bleef Moulijn tot aan het einde van zijn carrière bij Feyenoord. Mede daarom was de Rotterdammer mateloos populair bij het legioen en kreeg hij ook nadat hij gestopt was nog veel aanvragen voor het slaan van een eerste paal of het doorknippen van een lintje. ‘Zonder overdrijving mag ik toch wel zeggen dat ik een legendarische figuur ben’, zei de toch zeer bescheiden en aimabele Moulijn daarover in het boek Coen Moulijn vertelt dat in 1971 verscheen.

Moulijn debuteerde op 8 april 1956 al op 19-jarige leeftijd in het Nederlands elftal. Er lag een grote interlandcarrière voor hem in het verschiet, maar de 38 interlands die hij uiteindelijk zou spelen waren er eigenlijk veel te weinig. Verschillende bondscoaches weigerden een beroep op Moulijn te doen, omdat ze vonden dat hij te veel pingelde en te weinig meedeed als hij de bal niet had. Desalniettemin speelde de Feyenoorder ook in dienst van Oranje talloze gedenkwaardige wedstrijden.

Op 9 juni 1972 speelde Moulijn zijn afscheidswedstrijd bij Feyenoord, tegen het nationale elftal van Uruguay. Na zijn actieve carrière had Moulijn tot aan zijn overlijden een kledingwinkel aan de Langenhorst in Rotterdam, die hij al tijdens zijn carrière opende. Ook was hij een seizoen bij Feyenoord actief als elftalleider. Moulijn bleef altijd een zeer trouw bezoeker van de thuiswedstrijden van zijn grote liefde en een graag geziene gast in de business unit ‘Het Oude Noorden’ van Willem van ’t Wout in De Kuip.

Al bij leven kreeg Coen Moulijn de waardering die hij verdiende. Zo mocht hij in oktober 2009 een door kunstenaar Tom Waakop Reijers vervaardigd bronzen standbeeld van zichzelf op het voorplein van De Kuip onthullen en verscheen op diezelfde dag een stoeptegeldikke biografie. ‘Misschien heb ik het zelf afgedwongen dat er nu een boek en een beeld is van mij, maar ik sta er toch wel van te kijken’, sprak een vereerde Moulijn bij die gelegenheid. Het was echter een eerbetoon dat hem toekwam. De naam van Coen Moulijn zal voor altijd onlosmakelijk verbonden zijn met Feyenoord.

Coen Moulijn werd op nieuwjaarsdag 2011 getroffen door een herseninfarct en overleed drie dagen later op 73-jarige leeftijd aan de gevolgen daarvan.

Video’s

In een aflevering van Sport in Beeld, dat gepresenteerd wordt door Tom Egbers, zijn Coen Moulijn, Ove Kindvall en Rinus Israel te gast. Ze spreken over de gewonnen Europa Cup I, die ze als eerste Nederlandse ploeg, wonnen met Feyenoord. De aflevering dateert uit het jaartal 1999.

Kijk hier naar unieke beelden van Coen Moulijn uit eind jaren ’60.

Een mooie collage van Coen Moulijn in het rood-wit van het Legioen.

Beelden uit de legendarische wedstrijd van 6 mei 1970 in het San Siro stadion waar Feyenoord, met ook Coen Moulijn in de gelederen,  Celtic met 2-1 versloeg.

Coen Moulijn wordt in de wedstrijd Feyenoord – Real Madrid in 1965 expres onderuit geschopt door de tegenstander. De medespelers zijn erg kwaad op de boosdoener van Real Madrid en ook Coen gaat achter hem aan, waarna een heuse rel ontstaat tussen beide partijen.

Fantastische beelden van Coen Moulijn in het Nederlands elftal en in het shirt van Feyenoord. Daarnaast een aantal liedjes uit die tijd.

Een video die de NOS samenstelde na aanleiding van het overlijden van Coen Moulijn op 4 januari 2011.

Coen Moulijn is te gast bij Pauw & Witteman in het kader van het verschijnen van zijn biografie. Johan Derksen flankeert hem als spreker.

De vroege uitzending van TV Rijnmond van 4 januari  geheel in het teken van het overlijden van Coen Moulijn.

De avonduitzending van TV Rijnmond van 4 januari  geheel in het teken van het overlijden van Coen Moulijn.

Een reportage van de KRO waarin ras-Rotterdammers Gerard Cox en Koos Postema en naaste boezemvriend en ex-medespeler Guus Haakover over hun ervaringen met Coen Moulijn vertellen.

Bekijk hier de speciale aflevering van RTV Rijnmond van 8 januari 2011.

Portret Mister Feyenoord, Coen Moulijn 1937-2011 (bron: vi.nl)

De overlevering vertelt: geen oprechtere Feyenoorder dan Coen Moulijn, maar hij kwam origineel wel van Xerxes. De andere stelling: geen echtere linksbuiten dan Coen Moulijn, een man met het krijt aan de schoenen, maar hij trad wel als linksbinnen aan bij de stadionclub.

Coen Moulijn prijkte, bij een in 1999 samengestelde populariteitsverkiezing, op de hoogste plaats van belangrijkste Feyenoorders uit de historie. Mister Feyenoord speelde 487 competitiewedstrijden. Hij was de linksbuiten, zo luidde de volkswijsheid, die alleen door zijn aanwezigheid al tienduizenden mensen naar De Kuip trok.

Zijn acties aan de lijn waren befaamd. ‘Als Coentje draait, draait Feyenoord’, was een staande uitdrukking in de Maasstad. Coentje kon, zeker in zijn grote tijd, een wedstrijd in zijn eentje beslissen. Dan liep hij met ‘die damespasjes’ zomaar enkele spelers voorbij, was de herinnering van teamgenoot Willem van Hanegem.

‘Moulijn heeft iets van Matthews, de Britse baltovenaar van weleer’, was een constatering van Volkskrant-journalist Ben de Graaf. Hij was klein, 1 meter 72 en 62 kilo, maar in het veld was hij machtig. Hij deklasseerde tegenstanders die geen antwoord hadden op de passeerbeweging van Moulijn, ‘acht van de tien keer buitenlangs.’ Hij was niet overdreven snel, maar kwam altijd los van zijn back.

 

In zijn beginjaren was Moulijn ongrijpbaar. Het waren zijn beste jaren. De buitenspeler, weggekaapt voor de neus van rivaal Sparta, gold als uniek. Zijn opkomst in het stadion was zeer apart. Alle spelers van Feyenoord liepen altijd keurig in een rijtje naar de middenstip, Coen niet. Hij kwam altijd als laatste uit de tunnel en huppelde een paar meter achter zijn maten aan. Hij had altijd een te grote broek aan en streek met de handen veelvuldig langs de elastieken band.

Die soms clowneske verschijning vertederde het Rotterdamse publiek. Het legioen brulde wanneer de tegenstander alleen maar boos keek naar de buitenspeler. Niemand mocht aan de kleine tovernaar komen. Later zakte Moulijn weg in prestatie en de daarmee samenhangende adoratie. Hij werd afhankelijker van zijn ploeggenoten en kreeg last van inzinkingen. Hij runde een modezaak, hij had een gehandicapte zoon en kreeg te veel aan zijn hoofd.

De linksbuiten, in 1955 voor 25 duizend gulden door Feyenoord aangekocht, bleef zijn voetballeven lang, zeventien seizoenen, in Rotterdam-Zuid. Zo kon hij vijf keer kampioen worden en Feyenoord zien uitgroeien tot de Europese grootmacht die in 1970 als eerste Nederlandse club de Europa Cup voor landskampioenen veroverde.

In het Nederlands elftal speelde hij in veertien jaar slechts 38 interlands (vier doelpunten). De uitverkiezingen kwamen volgens een grillig verloop tot stand. Zijn speelstijl – hij spaarde zijn krachten voor tien beslissende acties – werd vaak verward met wisselvalligheid. Bondscoaches twijfelden regelmatig aan de waarde van de pingelaar voor de nationale ploeg.

Met zijn afnemende fitheid kreeg Moulijn begin jaren zeventig een zware periode te verwerken. In 1971 ontsnapte hij aan de dood toen zijn auto werd gegrepen door een rangeertrein. Een maand later speelde hij echter weer.

Daarna blesseerde hij de arm ernstig en ten slotte werd hij slachtoffer van een gemene grap. In april 1972 werd de roddel de wereld ingebracht dat Moulijn zelfmoord zou hebben gepleegd. De politie moest eraan te pas komen het gerucht te ontkrachten. Kort nadien zette de linksbuiten een punt achter zijn loopbaan. Hij kreeg nog één keer De Kuip vol, voor zijn benefietwedstrijd tegen Uruguay, en hield zich vervolgens full time bezig met zijn modezaak.

In zijn laatste jaren bekeek hij het eerste van Feyenoord vanuit een skybox van vriend Willem van ’t Wout, met de fraaie benaming Het Ouwe Noorden.

 



Plaats een reactie